Vandaag gaan we naar zuid. Onder Pula op het meest zuidelijke puntje van Istrië liggen de dorpjes Medulin, Premantura, Banjole en Pommer. We willen deze omgeving eens verkennen want het zou er erg mooi moeten zijn.

We beginnen met Premantura. Het is een klein dorpje boven op een heuveltop. Er is verder niet zoveel te beleven alhoewel het wel leuk is om even een kijkje te nemen. De meeste mensen rijden er doorheen. Rondom Premantura liggen prachtige baaien en de Adriatische zee. Je kan er veel aan watersport doen. Vooral surfen, waterskiën en zwemmen is hier erg populair.

Als je doorrijdt vanuit Premantura richting de meest zuidelijke punt kom je op een goed moment bij een tolhuisje. Je moet hier 35 kuna betalen om verder te mogen rijden. We zijn enigszins verrast als blijkt dat voor dit geld de asfaltweg prompt ophoudt en overgaat in een zeer stoffig wit steentjespad.



Alle auto's zien er binnen de kortste keren uit alsof ze een woestijnsafari achter de rug hebben en de omgeving van de weg ziet er meer uit als een sneeuwlandschap waar het witte stof de bomen en planten een bijna winters aanblik geeft. Het is slecht rijden op deze weg en je moet het echt rustig aan doen want het hobbelt en stoft verschrikkelijk.

Toch heeft het wel wat en als we wat gewend zijn rijden we in een rustige colonne naar de uiterste punt: kaap Kamenjak. Er is ondanks de slechte weg toch veel belangstelling om deze kaap te bezoeken. Het uitzicht is dan ook adembenemend als je op het uiteinde staat. Je kan rondom je de Adriatische zee zien en je kijkt onderweg in diverse baaien. Kroatië blijft op sommige punten echt iets paradijselijks qua natuurschoon.



Rijdende over deze landpunt kom je diverse activiteiten en barretjes tegen. Je kan op het eind naar de Jungle Bar waar je in torenhoog riet een eigen hutje kan zoeken waar je in de schaduw even wat kan drinken. Er is een piratenschip speeltoren en je kan hier naar beneden naar het strandje als je wilt zwemmen. Reken wel dat het een behoorlijke afdaling betreft die je ook weer omhoog moet.



Verder kom je hier een herder op een tractor tegen die zijn twee honden hard laat werken om de koeien te verplaatsen. Het is in de bloedhitte best pittig voor deze beesten om nog wat sappig mals gras te vinden wat niet wit uitgeslagen is. Er is een farmhouse op de landpunt wat je kan bezoeken en waar je ook streekproducten kan kopen als lavendel, honing, houtsnijwerk en vaak zie je hier ook groenten en fruitproducten met ondermeer enorme watermeloenen.



Na de koeien kwamen bij het Dinopad. Er loopt hier een wandelpad naar beneden tot aan een deel van de baai alwaar nog dinosaurus voetafdrukken in de steenformaties staan.



Het is een soms steile wandelroute waar je wel een uurtje mee onderweg bent. Wel leuk om te doen maar je moet wel goede schoenen aan hebben en een fles water voor onderweg is ook een aanrader als het heet is.



Na het Dinopad verlaten we Kamenjak en Premantura en rijden naar een volgend dorpje. Pommer vonden we niet zo interessant want het was klein en er was niet veel te doen, althans niet iets wat we met de auto konden vinden en we rijden door naar Medulin.



We pakken hier de Marina (haven) area en dat is wel heel leuk. Medulin zelf heeft een schattig kerkje met twee torens en de haven baai is mooi en ruim aangelegd met een kleine boulevard met winkeltjes en restaurantjes.



We hebben een paar keer hier gegeten omdat we hier makkelijker konden parkeren, een pinautomaat hebt en het restaurant Belvi of Bevli dat weet ik niet meer precies, ontzettend aardig personeel had en niet zo duur was. Medulin is niet zo druk als Pula en je kan er heerlijk langs de haven zitten.



Er was ook nog een kleine kermis in Medulin en Kars wou persé naar de kermis. We hebben moeten wachten tot 7 uur 's avonds alvorens deze open ging en daarna even en rondje kermis gedaan. Michel was helemaal happy in de botsauto's en het spookhuis en Maaike beperkte zich tot een rondje draaien in soort zweefmolen.